IN MEMORIAM AREND KETTING (1941 – 2018)
Niemand in het politieke bestuur van de voormalige gemeente Spijkenisse is in het laatste kwart van de vorige eeuw zó bepalend geweest als Arend Ketting, die op 11 augustus jl. lichamelijk moegestreden op 77-jarige leeftijd is gestorven.
Tussen 1974 en 2002 heeft Arend zes perioden deel uitgemaakt van de Spijkenis-ser gemeenteraad, tussen 1994 en 1998 had Arend de actieve politiek even vaarwel gezegd. Arend was in totaal 10 jaar wethouder van Spijkenisse, waarbij sociale zaken en volksgezondheid steevast in zijn portefeuille waren opgenomen.
Persoonlijk heb ik Arend voor het eerst ontmoet tijdens een inspraakbijeenkomst over het Structuurplan Spijkenisse, gehouden in de toenmalige sporthal Den Oert; we spreken dan over eind 1971. Arend was toen voorzitter van het afdelingsbestuur van de Partij van de Arbeid. En het boterde zacht gezegd niet echt tussen PvdA-leden in de gemeenteraad en hun politieke achterban. Het voert veel te ver daarover nu in alle finesses te schrijven. Duidelijk werd wel dat de discussie over de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van Spijkenisse tussen PvdA-leden in èn buiten de fractie na ruim anderhalf jaar leidde tot een scheu-ring. Arend Ketting werd als boegbeeld van de interne ’oppositie’ tegen een deel van de raadsfractie – destijds overigens een samenwerkingsverband tussen PvdA, PPR en PSP – geroepen om mee leiding te geven aan een vernieuwde PvdA. Arend werd geen lijsttrekker in 1974, wél de nieuwe fractievoorzitter.
Met vaardige hand leidde Arend daarna die fractie. De van rijkswege voorge-stelde versnelde groeitaak voor Spijkenisse werd in 1976 aanvaard. Voor het plaatselijke gemeentebestuur gepaard aan stringente voorwaarden, als het doortrekken van de metro naar Spijkenisse en invloed op het woningbouwprogramma. Arend was destijds zelfs, als voorzitter van de PvdA-fractie die toen even niet in het college van b&w zat – dus in de oppositie -, lid van de delegatie die afspraken met het kabinet (ministers Gruijters en Wester-terp) maakte over de nieuwe ‘groeikern-status’ van Spijkenisse: 17.500 woningen in tien jaar tijd, waarvan 10.000 rondom de drie te bouwen metrostations.
Tussen 1980 en 1982, toen hij zelf wethouder was, maakte Arend zich hard voor de komst van een ziekenhuis naar Spijkenisse, dat uiteindelijk begin 1990 kon worden geopend. Van groot belang was ook Arends persoonlijke inzet voor de komst van een tweede voorziening voor ouderen in hartje Spijkenisse, De Vier Ambachten. Ook de manier waarop mensen met sociale, psychische en financiële problemen door het gemeentebestuur konden worden geholpen, is destijds mede door die – soms onverschrokken – inzet van Arend op de kaart gezet.
Het mag duidelijk zijn dat hier veel te weinig ruimte is om een volledige opsomming van de bijdragen van Arend Ketting aan het lokale bestuur van Spijkenisse te geven.
In het kort wil ik een woord wijden aan de betekenis van Arend in en voor de PvdA, omdat die ook niet onopvallend is geweest. Dát is vooral wat Arend en mij vanaf 1972 verbonden heeft. Samen waren we afdelingsbestuurder tot september 1974, toen Arend lid werd van de gemeenteraad. In 1986 werden we collega’s toen Arend en ik tot wethouder werden gekozen. Tussen 1999 en 2002 waren we beiden lid van de PvdA-fractie in de gemeenteraad. Behalve op lokaal niveau was Arend een bevlogen spreker in het partijgewest Zuid-Holland (o.a. onder leiding van de latere burgemeester Leen Vleggeert), de partijraad en het congres van de partij. Arend sprak meestal zonder stroop of fluweel in de mond en dat leidde steevast tot discussie, meningsvorming en veranderde opvattingen en standpunten.
Op verzoek van het landelijk Partijbestuur fungeerde Arend als bemiddelaar in interne (partij)conflicten. Voor het toenmalige ministerie van Binnenlandse Zaken ging Arend zelfs naar Sint-Maarten om te helpen de bestuurlijke chaos op orde te brengen na de ravage, die natuurgeweld (orkaan Lenny) daar had veroorzaakt.
Niet onvermeld moet hier worden dat Arend Ketting nooit datgene heeft kunnen betekenen voor de PvdA en het gemeentebestuur van Spijkenisse, als hij niet de onvoorwaardelijke steun van zijn vrouw Riet en zijn kinderen Jan en Els had gekregen. Want heel veel tijd hebben zij hun man en vader destijds moeten afstaan aan gemeentebestuur en de partij, waarin Riet zelf ook zeer actief is geweest, net als Arends broer Tymen
Al voor zijn afscheid van de Spijkenisser politiek hadden Arend en Riet besloten niet te blijven wonen in de stad, waar Arend zo zijn sporen had achtergelaten. Gouda werd hun nieuwe woonplaats. Persoonlijk leed is Arend daarna niet bespaard gebleven. Broer Tymen, met wie Arend samen deel uitmaakte van de gemeenteraad, overleed veel te jong, en ook Riet werd onverwacht uit Arends leven weggenomen. En nog maar twee jaar geleden stierf hun zoon Jan. Arend was toen al enkele jaren aangewezen op begeleiding en zorg, omdat een hersen-infarct hem praten vrijwel onmogelijk maakte.
Wim Huizing
Spijkenisse, 31 augustu 1982
Een week voor de Tweede Kamerverkiezingen
het avondvullende programma “In de Rooie Stoep”