In memoriam Ada Vuik – Hess (1943-2019)

24 november 2019

Ada was met haar man Toon en hun twee jonge dochters midden jaren ’70 van de vorige eeuw vanuit Rotterdam-zuid naar een nieuwe woning in het Beverveen verhuisd. Dat was een van de buurten die in rap tempo uit de grond werden gestampt in de toen nog jonge nieuwbouwwijk Waterland. Dus juist vóór de groeispurt waar met de rijksoverheid overeenstemming was bereikt in het kader van het Verstedelijkingsbeleid, waardoor ook officieel het woord ‘groeikern’ aan Spijkenisse werd toegewezen.

In die periode was het fameuze kabinet-Den Uyl aan het bewind in Nederland, en werden veel mensen zich bewuster van wat ‘de politiek’ werd genoemd. Vooral onder vrouwen was het in die jaren gebruikelijk geworden je te ‘organiseren’: je aan te sluiten bij instellingen en verenigingen die betekenis voor je hadden, die belangen behartigden en waar je meningen kon delen met anderen. Ada sloot zich aan bij de PvdA en toonde zich meteen geïnteresseerd door naar ledenbijeenkomsten te komen en van zich te laten horen! Natuurlijk werd de Haagse politiek dikwijls besproken, ‘we’ hadden er tenslotte ‘onze’ eigen volksvertegenwoordigers én bewindslieden, maar ook de lokale zaken kwamen aan bod, want ook daar hadden ‘we’ onze eigen mensen in de gemeenteraad en in het college van b&w. En ze waren gewoon aanspreekbaar en bereid in discussie te gaan.

Het was dan ook geen wonder dat Ada in de loop van 1977 deelnam aan werkgroepen die binnen onze afdeling over het nieuwe verkiezingsprogramma vergaderden. Net zomin het een wonder was dat Ada nadrukkelijk als een van de nieuwe vrouwelijke kandidaten naar voren werd geschoven, vooral omdat er destijds maar betrekkelijk weinig vrouwen in onze partijafdeling ‘echt’ actief waren in de gemeentepolitiek. In september 1978 trad Ada toe in de nieuwgekozen gemeenteraad van Spijkenisse, als lid van de PvdA-fractie. Openbare werken en sociale zaken waren de terreinen waar Ada met name actief was. Daarnaast werd ze ook fractiesecretaris, waardoor het thuis wel veel papierwerk opleverde, digitaliteit moest nog worden ontwikkeld!

Hoewel de politieke verhoudingen in Nederland wél veranderden, de PvdA weer de grootste partij werd na de Kamerverkiezingen in 1977, maar uiteindelijk tegenover Van Agt en Wiegel in de oppositiebanken belandde begin 1978, werd de PvdA in Spijkenisse weer veruit de grootste bij de lokale verkiezingen van 1978 en kon ook weer deelnemen aan het college van b&w. Als nieuweling in de gemeenteraad – met een aantal vrouwen erbij – had Ada natuurlijk steun aan ervaren politici, die haar ook ruimte boden voor eigen initiatieven. Het vernoemen van vrouwen bij de straatnaamgeving in de Maaswijk was er zo een. En de met het Rijk overeengekomen bouw van 17.500 woningen rondom de nog aan te leggen metrostations was een uitdaging waar Ada ook gewone huis-tuin-en-keuken oplossingen kon aandragen, ook al waren de vraagstukken die erbij opdoemden behoorlijk ingewikkeld. En vanuit de coalitie met het CDA en later met D66 kon er goed aan het beleid voor de groeitaak van Spijkenisse worden gewerkt. Hoewel de raadsverkiezingen van 1982 ruimte boden voor voortzetting van beleid, werd de PvdA tóch buiten het college gehouden dat tot 1986 zou besturen. Ook vanuit de oppositie kon het al ‘ervaren’ en zeker ‘gedreven’ raadslid Ada deelnemen aan de discussies in ‘haar’ commissies en in de gemeenteraad. Een initiatief van Ada om ook de ‘buitengebieden’ aan te sluiten op riolering en kabelTV – en niet te wachten tot er nieuwe wijken waren gebouwd – werd ondanks de weerstand vanuit het college van b&w door de gemeenteraad overgenomen.

De raadsverkiezingen van maart 1986 zorgden voor een politieke aardverschuiving in Spijkenisse. De PvdA bleef weer de grootste, maar groeide van 11 naar 15 zetels in de gemeenteraad van toen 31 zetels. En hoewel toen – voor het eerst – een zeer korte termijn tussen verkiezingen en installatie van de nieuwe raad ontstond, èn de PvdA tot het laatste moment een coalitie met een andere partij niet uitsloot, werd een minderheidscollege gevormd met alleen wethouders van de PvdA, waarvan Ada als eerste vrouwelijke wethouder in Spijkenisse deel uitmaakte. Zij werd wethouder Openbare Werken, Verkeer en Vervoer en behartigde ook emancipatie-aangelegenheden. Wethouders waren in die jaren ook nog de voorzitters van de raads- en adviescommissies, en daarnaast betekende het voor Ada voor het eerst in haar leven een méér-dan-fulltime-baan! De dochters Anja en Paula thuis waren in de loop van die politieke jaren natuurlijk al een en ander gewend geraakt aan hun hardwerkende moeder, en dat gold ook voor haar man Toon, die nu meer het thuisfront vormde.

In die eerste wethoudersperiode ging het Ada qua gezondheid niet altijd goed af, en in 1989 is ze zelfs bijna een half jaar gestopt met haar werkzaamheden. De mogelijkheden voor tijdelijke terugtreding bestonden toen nog helemaal niet, Ada kon nadien wel weer terugkeren, maar ze zou nooit meer helemaal ‘de oude’ worden. Hoewel Ada na de verkiezingen van 1990 – de verhoudingen in de gemeenteraad waren drastisch gewijzigd – weer toetrad tot het college van b&w, was het na een jaar niet meer mogelijk om politiek actief te blijven. Ada trad af als wethouder en ook als lid van de gemeenteraad van Spijkenisse. Waarmee een einde kwam aan de politieke loopbaan van Ada Vuik.

Namens de PvdA was ze daarna nog lid van het Algemeen Bestuur van het Zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden. En voor zover haar gezondheid het toeliet heeft Ada nog regelmatig deelgenomen aan partijbijeenkomsten.

Na het vroegtijdige overlijden van haar Toon heeft Ada naderhand Spijkenisse verlaten en enkele jaren ingewoond bij dochter Anja, en woonde ze nog in woonzorglocatie De Hofstee in Rotterdam-Ommoord.

 

– Wim Huizing

in die jaren o.a. afdelingsvoorzitter, fractiesecretaris, afdelingssecretaris, gemeenteraadslid, wethouder, lid gewestelijk bestuur, secretaris streekfederatie