We zetten een stap naar voren
De aankomende periode wordt gekenmerkt als een participatiesamenleving. Een samenleving waarin iedereen een maatschappelijke rol vervuld. Zodra je onderdeel uitmaakt van de samenleving dan maak je onderdeel uit van een netwerk en kun je voorzien in samenredzaamheid. Dit vraagt een andere houding van de burger, samenleving en de overheid. In gezamenlijkheid moet gewerkt worden naar een samenleving waarin de sociale verbanden worden hersteld. De doorgeslagen individualisering wordt een halt toegeroepen, omdat we moeten leren verantwoordelijkheid af te leggen aan elkaar en niet aan scherpe criteria opgelegd door de overheid.
Maar wat is dat nu precies, een participatiesamenleving? Dat is een samenleving waarin actief meedoen, je inzetten voor verbetering van je eigen situatie en de situatie van een ander centraal staat. Er wordt uitgegaan van eigen mogelijkheden en waar nodig worden mensen bijgestaan om hun eigen mogelijkheden maximaal te benutten. Soms schiet eigen kracht tekort en is hulp noodzakelijk. Inwoners van Nissewaard moeten dus meer zelf en meer samen gaan doen. Bewoners met wie het relatief goed gaat, wordt gevraagd om kwetsbare mensen vaker te helpen, dat geeft waarde aan diegenen die helpen en aan diegene die geholpen wordt en daardoor wordt onze gemeente sterker.
We gaan dus een stap naar voren zetten. Een stap in de richting van het collectiviteitsdenken, waarbij we samen werken aan een betere toekomst voor iedereen. Dat we gezamenlijk het belang inzien van het goed organiseren van de samenleving en dat wij daar allemaal, en ieder op zijn eigen manier en naar draagkracht, een rol in kan vervullen. Dit vraagt niet om scherpe criteria, maar dit vraagt om de ruimte en het vertrouwen om nieuwe wegen te bewandelen. Ruimte die we kunnen vinden door meer open te staan voor samenwerking.
De stap naar voren wordt praktisch vertaalt naar de komende decentralisaties. Zorgaanbieders treden naar de voorgrond om kinderen beter te kunnen monitoren in samenwerking met de buurt. Zo liep ik mee met gezinsbegeleidster Angela die samen met de lokale partners op zoek gaat naar de juiste hulp om een bijstandsmoeder met een psychische aandoening te ondersteunen bij het opvoeden van haar kinderen. Strikt genomen is Angela alleen verantwoordelijk voor de gedragsproblematiek van een van de kinderen in het gezin. Alleen daar ingrijpen, omdat alleen dit haar taak is, draagt niet bij aan een duurzaam betere gezinssituatie. Wij moeten onze hulpverleners de ruimte bieden om in vrijheid te kunnen handelen en ruimte maken voor creatieve oplossingen. De stapeling van zorg en de doorverwijscultuur kan op die manier worden teruggedrongen. Juist daar ligt een mooie taak voor de decentrale overheid. Niet van achter het bureau bepalen wat nodig is voor kind X, maar op de bank in het gezin zien wat er aan de hand is. Wellicht kan het vullen van de koelkast al bijdragen aan een stukje verlichting van de problematiek.
Het gemeenschapsdenken komt weer terug in onze genen. Samen zetten we de schouders eronder zodat wij van elkaar kunnen leren, en waar nodig elkaar kunnen helpen. Dat is ook de essentie van de sociaaldemocratie. Als collectief elkaar helpen om als individu vooruitgang te boeken. Op die manier bewijst de PvdA zich als ware emancipatiemotor. Ik zet graag samen met u die eerste stap!